|
Dit visioen
gebeurde bij een benzine station in Drachten, ik was toen
ongeveer 48 jaar oud.
Op een middag stond ik daar te wachten tot mijn wagen uit de
wasstraat kwam en ik keek naar de verlichting op de zijgevel van
een nabij gelegen huis. De aangebrachte versiering beeldde het
vervoer van de Kerstman uit, twee rendieren die een arrenslee
trokken. De schuin naar boven gerichte versiering gaf de indruk
dat zij door het luchtruim reisden. Plotseling kwam een stem , dicht achter mij,
en ik hoorde GOD tegen iemand anders Zeggen;
" DER BIN IK OP
TSJIN, DAT LIT IK HIM WITTE " / " DAAR BEN IK OP
TEGEN, DAT LAAT IK HEM WETEN ".
Er werd nog meer gezegd maar dit was de boodschap.
Toen dit visioen
gebeurde was ik een moment verbaast dat GOD zich druk maakte
over verlichting op een zijgevel, maar meteen daarna wist ik wat
HIJ bedoelde.
Kerstmis behoort immers te gaan over de Geboorte van JEZUS en
over hoe MARIA in verwachting raakte, zonder met een man te
hebben Geslapen.
De Kerstman creëert
door het luchtruim zwevend met rendieren en kado's, een plaats naast GOD en CHRISTUS, en
dat hoort niet.
Als u GOD wilt - blijft - volgen, dan laat u
de rode mutsen, Kerstman pakken en de muziek die aan de Kerstman
gewijd is in de Winkel liggen.
Ik was deze ontmoeting, dit Visioen al weer vergeten tot het
moment kwam dat wij een nieuw kerstnummer gingen instuderen met
het - Oerterper Manljuskoar -, Ureterper mannenkoor, een koor
bestaande uit alle gezindten, gelovig en niet gelovig.
Het werd het lied "
rudolf the red nosed rendeer ". Het lied gaat over een
rendier - met een rode neus - die word uitgekozen om de Kerstman
te helpen op Kerstavond.
Het lied maakte iets wakker in mij en toen wist ik
dat ik het niet wilde zingen.
Ik heb aan verschillende mensen - toen niet in detail - verteld
dat ” GOD ” er op tegen was en daarmee werd het lied - al vrij
snel - niet meer gezongen.
|