Wij gingen die
morgen aan de rechterkant, net niet in het midden van de
kerk zitten. Ik zat als enige aan de rechterkant van mijn
Vader.
Plotseling hoorde ik twee stemmen spreken en voelde hun
aanwezigheid dichtbij, voor mij.
Er werd gezegd dat " HIJ "
mij wou zien, en ik kon voelen / zien dat de persoon die dat
zei schuin omhoog over mijn rechterschouder, achter mij keek.
Er werd gezegd dat er nog moest
worden gebeden en daar werd op gewacht.
En dan
hoor ik zeggen; " se binne oant bidden ta " / " ze zijn aan het bidden toe " en ik ging
voor het eerst in mijn leven op mijn knieën en wist meteen
hoe het moest.
Ik hoorde de volle kerk geknield het
" Onze
VADER bidden ", en daar was " HIJ ".
GOD was aan mijn rechtkant, - schuin achter mij - dichtbij en ik
voelde dat ik werd bekeken, HIJ ging achter mij langs en ik
ervoer ZIJN aanwezigheid ook aan de andere kant.
Toen GOD voor mij langs
ging was HIJ even weg.
GOD
liet het mij weer " zien ", voelen toen HIJ
weer terug was aan mijn rechterkant en ik hoorde HEM Zeggen;
" LIT LIEUWE NEI HIM
SJEN " / '' LAAT LIEUWE NAAR HEM
KIJKEN ''.
Ik voelde en wist meteen zonder te hoeven kijken
dat mijn Vader stomverbaasd was om mij te zien knielen en Pa
wist op dat moment ook meteen dat '' HIJ ''er was. Het zal een
aanblik van devotie zijn geweest, het was voor mij een
gevoel van rust en vertrouwen.
Na het gebed verschenen er meer gedaanten voor mij.
Ik hoor
GOD Zeggen;
" EEN BYTSJE MEER " / " EEN BEETJE MEER ''
en ze
zijn dan beter waarneembaar - al bleef het vaag - dan de eerste gedaanten en ik " zie ",
en weet meteen dat JEZUS CHRISTUS er bij is,
een jeugdige CHRISTUS.
Er gaan daarna twee gedaanten voor mij staan, die plotseling
uiteen wijken en daar staat ie vlak voor mij,
de Duivel.
Ook dan weet ik meteen dat je daar
niet bij wezen moet.
Dan word het volgende gezegd door de
Duivel; " dus dit moat him wurre, wat moast mei sa'n
bangskitter " / "dus dit moet hem worden, wat moet je met zo'n
bangeschijter."
Dan lacht hij en hoor ik hem tegen GOD
zeggen; " oh dat doch ik, ik krij him van dy, dat fyn ik
mooi van dy " / " oh dat doe ik, ik krijg hem van je, dat vind ik
mooi van jou " En dan; " o, wat een koppige kerel ".
De Duivel is verbaast dat GOD mij een beetje op een afstand
houd en mij " het '' niet laat voelen,
" de
GODDELIJKE
Liefde ''.
Ik hoor GOD Zeggen;
" DAN WOL ER FIERSTENTE GAU NEI MY EN DAT
WOL IK NET " / " DAN WIL HIJ VEEL TE SNEL NAAR MIJ EN
DAT WIL IK NIET ".
Dan hoor ik de
Duivel zeggen; " oh do dochst CHRISTUS by him , dat
fyn ik gemeen fan dy," / " oh jij doet CHRISTUS bij hem, dat vind ik
gemeen van je " en dan zegt hij; " oja dan wol der nooit
wer oars " / " o ja dan wil hij nooit weer anders," en;
" ik hy him dea dyn ot ik it witten hy " / " ik had hem gedood als ik dat
had geweten ".
Ik hoor GOD
Zeggen;
" DÊROM HA IK IT FERBURGEN HULDEN FOAR DY '' / " DAAROM HEB IK HET VERBORGEN GEHOUDEN VOOR JE ''.
Ondertussen word
- ik vermoed - bij
het breken van het brood geknield en ik hoor GOD Zeggen ;
" DAT HOE 'T NET FAN MY "
/ " DAT HOEFT NIET VAN MIJ "
Er word gezegd
dat er later bijna geen gelovige mensen meer over zijn, maar
zodra ik ben begonnen , de mensen zullen overlopen.
Ik hoor
GOD Zeggen ;
" HY MOAT IT BY MY WEI HELJE " / " HIJ MOET HET BIJ MIJ WEGHALEN" en " LIT
HIM ZWIJGE OER DE FIZIOENEN '' / " LAAT HEM
ZWIJGEN OVER DE VISIOENEN ''.
Er zegt iemand tegen HEM dat ik later moeite zal hebben om
dat zwijgen te doorbreken,
maar ik hoor GOD Zeggen ;
" IK WOL IT SA HA " / " IK WIL HET ZO HEBBEN ".
Ik hoor GOD rechts achter
mij Zeggen;
" LIT HIM STEAN GEAN " / '' LAAT HEM
GAAN STAAN ''
en dan komt er iemand bij mij die mij helpt
en zegt te gaan staan. Ik weet nog dat ik dacht als mijn
vader het zou zien, hij er wat van zou zeggen, maar GOD stelde mij
gerust.
Een paar banken voor ons zat een man die zich had
omgedraaid.
Ik hoor GOD Zeggen;
" HÉ ", - mij bedoelend - " HAT HIM
AL SJOEN " / " HIJ HEEFT HEM AL
GEZIEN "
en dan dichterbij mij komend Zegt HIJ;
" DEZE MAN IS BELANGRYK FOAR DY " / " DEZE MAN IS
BELANGRIJK VOOR JE ''
De man was verbaast, dat ze van boven waren voor mij, een
kind. Ik hoorde hem in de Geest zeggen dat hij het jammer
vond dat hij het niet zou meemaken, maar hij had een rijk
leven gehad vond hij. Er word tegen hem gezegd dat hij met
mij in een band zal spelen. Hij antwoord dat tegen de tijd
dat ik volwassen ben, hij oud is.
Ik hoorde GOD
Zeggen;
" HY KRIJT EEN NEI LEVEN " / '' HIJ KRIJGT EEN NIEUW LEVEN ''.
Op dat moment zweefde ik even
hoog in de lucht en zie GOD - en toch niet - met
anderen onder mij. Ik hoor een vrolijke stem zeggen;" Sil ik
my sjen litte?,nee dat doch ik toch mar net " / " Zal ik mij
laten zien?, nee dat doe ik toch maar niet "
Dan ben ik weer beneden en hoor
GOD Zeggen:
" DEZE MAN MOAT SIZZE WAT ER SJOEN HAT " / "
DEZE MAN MOET ZEGGEN WAT HIJ HEEFT GEZIEN ''
Maar ik
hoorde de man zeggen dat hij dat niet wilde.
Ik hoorde GOD enigszins geïrriteerd Zeggen;
" SOARGJE DER
FOAR DAT ER IT DOCHT." / '' ZORG ER
VOOR DAT HIJ HET DOET ''.
En ik
zie - in de Geest - de man met
andere mannen naar een kamer gaan.
Naast mij aan de rechterkant komt iemand die
naar boven kijkt, en vaag zie ik het gezicht van de MAN , die ik
hoor zeggen; " Lit har komme " / '' Laat haar komen '' .
Boven mij verschijnt een vrouw, die in mij treed. Ik krijg
een gevoel van enorme Liefde, Zachtheid en Devotie.
GOD
tempert
haar
kracht
waarmee zij zich manifesteert en ik hoor HEM
Zeggen ;
" EEN BYTSJE MINDER / EEN BEETJE MINDER ".
Van de rechterkant - schuin van
achteren - komt GOD naar mij toe en ik hoor de Woorden ;
" NO
MAT IK MAR WER EVEN " / " NU MOET IK MAAR WEER EVEN ".
GOD
is dichtbij en ik voel - de Vriendelijkheid - ZIJN
Blik op mij rusten, als HIJ Zegt;
" HY
MOAT WITTE DAT SE BY HIM KOMT " / " HIJ MOET WETEN DAT ZIJ BIJ
HEM ZAL KOMEN "
Toen ging GOD
bij mij vandaan.
Het laatste
wat ik hoorde was een stem boven in de kerk die zei; " is iederien klear? " / " is
iedereen klaar? "
Toen hoorde ik het geluid van
kettingen en het omhoog gaan van een rolluik en er werd
gezegd dat ik moest weten dat
" de HEMEL iepen giet " /
" de HEMEL open gaat ".
Volgende
|